Rekenen 11

Opgave 01

Moniek wil graag een taart bakken. Het recept is voor 40 koekjes. Ze wil maar 30 koekjes. Hoeveel procent van de koekjes wil ze maken?

A- 50%

B- 75%

C- 25%

D- 66,6%

Opgave 02

Carla geeft een feestje. Ze nodigt 23 mensen uit. Ze heeft zelf 13 stoelen thuis. Ze kan 4 stoelen lenen van haar buurvrouw en 2 stoelen van haar oma. Ook heeft ze nog 3 klapstoeltjes geregeld. Kunnen alle gasten nu zitten?

A- Nee, 3 gasten moeten staan.

B- Nee, 2 gasten moeten staan.

C- Nee, 1 gast moet staan.

D- Ja, iedereen kan nu zitten.

Opgave 03

Charlotte werkt in een boomgaard. Ze plukt op een dag 230 appels. De tweede dag plukt ze 140 appels, maar daarvan zijn er 30 rot. Hoeveel goede appels heeft ze in totaal geplukt?

A- 340 appels

B- 370 appels

C- 400 appels

D- 200 appels

Opgave 04

Yerom gaat op vakantie naar Frankrijk. Hij moet 900 km rijden. Hij rijdt gemiddeld 90 km per uur. Hij neemt ook in totaal een uurtje pauze. Hoe lang zal de reis ongeveer duren?

A- 9 uur

B- 2 uur

C- 10 uur

D- 11 uur

Opgave 05

Chantal werkt in de tuin. Ze begint om 8:15 uur. Na 4 en een half uur werken neemt ze even pauze. Hoe laat is het dan?

A- 11:45 uur

B- 12:15 uur

C- 12:30 uur

D- 12:45 uur