Opgave 01
Wat is een zonnestelsel?
A- Het is de naam voor een zon met planeten en manen.
B- Het is een verzameling zonnen en sterren.
C- Het is een verzameling planeten en manen.
D- Zonnestelsel is een ander woord voor heelal.
Opgave 02
Op een dag staat deze weerkaart in de krant
In welke maand van het jaar kan deze weerkaart in de krant hebben gestaan?
A- In februari.
B- In april.
C- In juni.
D- In oktober.
Opgave 03
Kijk nog eens naar de weerkaart van opgave 2. Waar zal het regenen?
A- In Finland en Zweden.
B- in Frankrijk en Duitsland.
C- In Rusland en Hongarije.
D- In Italië en Spanje.
Opgave 04
Dit is een peilschaal. Je ziet ze overal in Nederland in sloten en kanalen. Je kunt er op zien hoe hoog of hoe laag het water staat.
In het rode vakje op deze peilschaal staat 12 m. Dat betekent plus 12 NAP (NAP = Normaal Amsterdamse Peil. Het is de gemiddelde hoogte van het zeewater in Nederland). Waar zal deze peilschaal staan?
A- Bij de stad Nijmegen.
B- Ergens in Zuid-Limburg.
C- In de buurt van Schiphol.
D- in Flevoland.
Opgave 05
Op dit kaartje zie je de kaart van Nederland.
Wat is waar?
A- Zeeland, Limburg en Noord-Holland grenzen aan België.
B- Noord-Holland, Flevoland en Friesland liggen aan het IJsselmeer.
C- Friesland, Drenthe en Flevoland grenzen aan Duitsland.
D- Flevoland, Noord-Holland en Zuid-Holland liggen aan de Noordzee.